Wat als… de overheid één smoel had?

Voorafgaande opmerking: dit opiniestuk werd aangeboden aan De Morgen (voor wie het niet interessant genoeg was en aan De Standaard (die faire en eerlijke feedback gaf maar het alsnog iets te lang vond). Onder luid Twitter- en mail-gesupporter… Dan maar even hier publiceren.
Thx voor motivatie aan Sara Jane Deputter, Frank Van Massenhove, Fons Leroy, Luc Colemont, Chris Derboven, Mieke Van Gramberen, Maarten De Rijk, Nadia De Smet, Tom De Leeuw, Sara Coene, Veerle Vanden Broeck, Mariska Hendrickx, Gerrit Van de Mosselaer, Chris Brouwers, Ann Lips, Tom Auwers, Thomas De Spiegelaere… en hopelijk vergeten we nu niemand :-). Jullie steun helpt ons over al onze eigentwijfel heen 🙂

—–
WAT ALS… de overheid één smoel had?

Enkele dagen geleden ontplofte een bom(metje) in de wandelgangen van de Vlaamse overheid met de media-aandacht die er was voor het rapport van de “Commissie Efficiënte en Effectieve Overheid”. Dit kritische rapport kwam er reeds in januari maar deed pas nu stof opwaaien.

Highlights die in de pers over het rapport aan bod kwamen: de Vlaamse overheid is te versnipperd, de burger wordt van het kastje naar de muur gestuurd en de ambtenaren zijn gedemotiveerd. Grappig weetje: intern had de commissie de bijnaam “de koekjescommissie” (omwille van de cake en koekjes die er te krijgen waren – of was dit een bijkomende motivatie voor als je er naartoe moest :-)).

De commissie zelf deed haar volledige termijn uit, alvorens ze werd ontbonden omwille van… efficiëntie en effectiviteit – want haar termijn was op en dan stopt je orgaan met bestaan (niet?). Er was bovendien nog een ander orgaan met een soortgelijke analyse bezig, VlaBest, of de Vlaamse Adviesraad voor Bestuurszaken. Zij publiceerden al in november 2013 een eveneens kritisch maar net iets concreter adviesrapport over de werking van de Vlaamse overheid – amper opgemerkt.

Opvallend is dat de CEEO pas op het einde van haar termijn het achterste van de tong liet zien. Blijkbaar moet je eerst bijna ophouden met bestaan om je meest kritische pen terug te vinden. Hendrik Bogaert, staatssecretaris bij de federale overheid, bevoegd voor ambtenarij, reageert op dit rapport met een extra veeg uit de pan. Vlaanderen bestaat volgens Bogaert uit baronieën en de federale overheid heeft de neuzen wél in dezelfde richting. De uitzending van Terzake TV 12/03/2014 was al helemaal huilen met de pet op – debat tussen Bart Somers en Geert Bourgeois leek bij momenten op een moddercatch tussen politici, op de rug van de ambtenarij.


Bruggen bouwen ipv enkel kritiek leveren

Met de kritische toon van al deze analyses hebben wij op zich geen enkel probleem. Helemaal niet zelfs. Alleen… de sterke polarisering en de wij-zij-gedachte die hier duidelijk opnieuw naar voren komt, is ons, fiere ambtenaren, ferm in het verkeerde keelgat geschoten.

Wij durven nochtans zelf best ook streng zijn voor onze overheid – waar sommige situaties meer weg hebben van Jurrasic parc met dino’s dan van een efficiënt en effectief functionerend orgaan. Dingen die je ziet, moeten dus zeker benoemd kunnen worden. Maar het mag niet bij dat louter benoemen blijven. Naast ziegen (=zien en zeggen), moet je ook eens komen tot… doenken (doen en denken). En daar wringt meestal het schoentje.

Want: wat houdt al deze mensen tegen om – wanneer het minder electoraal interessant is – de brug naar elkaar te maken en samen te zorgen dat de burger de dienstverlening krijgt waar hij recht op heeft, ongeacht het niveau van overheid waar je je toch richt? Waarom bekijken we maatschappelijke vraagstukken toch steeds vanuit het hokje van wie waarvoor bevoegd is? Innovatie? Het nieuwe werken? Elke zichzelf respecterende overheid is daarmee bezig of heeft plannen in die richting. Want we willen allemaal mee zijn, niet? Ja, maar dan wel elk vanuit ons eigen “hokje” – waardoor we het warme water keer op keer opnieuw uitvinden. De begeleidende consultants varen er wel bij en we blijven in gespreide slagorde reageren. Van een efficiëntieverlies gesproken

Geen smoel

De overheid van vandaag mankeert volgens ons dan ook een “smoel”. Een menselijk gelaat, dat weergeeft waar het voor staat en waarvoor je er als burger terecht kan. De overheid vergaloppeert zich liever in een ontransparante, warrige grijze massa en een veelheid aan bestuurslagen, waar elke zichzelf respecterende kat haar jongen kwijtraakt.

Want stel u eens voor. Je hebt een vraag voor de overheid. Dan wil je toch gewoon een antwoord. Zonder dat je je moet afvragen: bij wie moet ik zijn? Welk kanaal of formulier moet ik gebruiken? Je bent bijvoorbeeld kersverse mama geworden en wil je kindje zijn spuitjes laten geven, meenemen op familiebezoek in het buitenland of ineens de dubbele achternaam geven. Dan reserveer je best ineens een volledige dag van je bevallingsverlof om dat allemaal geregeld te krijgen en de verschillende instanties af te lopen. Terwijl volgens ons een “one stop shop” de oplossing kan bieden. Je stelt je vraag en krijgt je dienstverlening. Op één plaats of via één aanspreekpunt, langs het kanaal dat jij kiest.

Het is natuurlijk niet allemaal zo eenvoudig te regelen als we voorstellen. Of toch wel? Wat is nodig als overheid om je burgers die dienstverlening te geven? Welke heilige huisjes moeten sneuvelen alvorens dat kan gerealiseerd worden? En…Wat als… Hendrik Bogaert en Geert Bourgeois nu eens de handen in elkaar hadden geslagen de afgelopen tijd om te zien hoe ze dat samen konden realiseren? Liefst nog samen met de lokale overheden, waar Bart Somers vandaag ook naar vroeg. Alle lagen van de overheid bundelen de krachten. Allemaal met één belang voor ogen: de burger.

Die burger ziet immers die verschillende laagjes niet. Hij beschouwt de overheid als één geheel (wat we absoluut niet zijn) en verwacht zijn dienstverlening op maat.

Alleen…

In tegenstelling tot die “samen-gedachte”, krijgen we nu opnieuw een wij-zij-polarisering voorgeschoteld, waarbij Vlaamse, de Federale en de lokale overheid elkaar proberen de loef af te steken. Ons lijkt het eerder een roep van “Ik wil de grootste hebben.” Maar wie heeft eigenlijk daar belang bij, buiten het electorale gewin dat in deze tijd de plak lijkt te zwaaien?

En toch laten we het allemaal rustig gebeuren. Het zal wel onze tijd nog doen. Niet?


Auteurs:

Elke Wambacq, Nancy De Vogelaere, Joke Renneboog schreven samen het boek Tot uw dienst, een boek over hoe de overheid momenteel werkt. Ze maken een diagnose over de dinosaurussen van de overheid en stellen een alternatief voor om het beter te doen. Tot uw dienst is uitgegeven bij Lannoo Campus (2014, 24.95€)

2 reacties op “Wat als… de overheid één smoel had?”

  1. Thomas De Spiegelaere

    Dames,

    Ik heb geprobeerd, echt waar, maar ik vind het opnieuw uitermate moeilijk om iets te vinden in jullie tekst waar ik niet akkoord mee ben. Meer en meer heb ik het moeilijk met een steeds meer versnipperende overheid en dit geldt niet alleen binnen een beleidsniveau, maar soms meer nog tussen beleidsniveaus binnen eenzelfde beleidsdomein. De nieuwe regeling over de maximum snelheden op onze wegen of de verschillende geluidsnormen voor vliegtuigen die vanop onze nationale luchthaven opstijgen, zijn twee voorbeelden die ik ken uit mijn functie, maar er zijn er ongetwijfeld nog veel meer.
    Deze versnippering is één van de grootste struikelblokken voor een goede, complete, alomvattende dienstverlening binnen de verschillende overheidsdiensten.

    Het is wachten op de eerste politieke partij die durft pleiten voor een groepering van bevoegdheden op regionaal, maar evengoed op federaal niveau. Welke Vlaamse partij durft te pleiten voor een terugkeer van bevoegdheden naar het federale niveau omdat ze daar efficiënter zouden behandeld worden? Welke Franstalige partij durft voluit te zeggen dat sommige beleidsdomeinen beter op regionaal niveau worden aangepakt om de efficiëntie en vooral de dienstverlening voor de burger te verbeteren?

    De politieke wil of moed om deze bewegingen door te voeren, ontbreekt. Maar… de administraties zelf volgen te gemakkelijk in deze logica. Hoe jammer dat sommige federale administraties krampachtig vasthouden aan bevoegdheden die onherroepelijk naar een ander beleidsniveau verdwijnen en dan zelfs de goede overgang tegenwerken. Hoe jammer dat regionale administraties (en in het kader van de openheid waar de dinobusters voor staan, moet ik toch zeggen, meestal de Vlaamse) pogingen vanuit de federale overheid om samen te werken tegenwerken of toch er in ieder geval niet ten volle aan meewerken.

    Voor toekomstige veranderingen in de organisatiestructuren en de bevoegdheidsverdeling zou de eerste vraag moeten zijn? Op welke manier zal deze verandering een impact hebben op de dienstverlening? Alleen als hieruit blijkt dat de dienstverlening naar de klanten/burgers hierdoor beter wordt, kan dit verdergezet worden. De reorganisatie om te reorganiseren, de regionalisering om te regionaliseren, het zijn fenomenen die haaks staan op een streven naar goede, klantgerichte dienstverlening.

  2. Vind dit een zeer terecht artikel. Als ik me niet vergis is in ons buurland Nederland reeds een dergelijk project aan de gang : “Antwoord” waarbij de gemeente een one stop shop wordt.
    Wat me daar ook zeer bevalt is dat er niet meer gesproken wordt over burgers, bedrijven of verenigingen maar over “klanten”. Het is m.a.w. een zeer klantgerichte benadering : de overheid verleent (net zoals een commercieel bedrijf) een dienst aan een klant.

Een reactie achterlaten

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.